
Muggenblues
(Gedeelte van de komisch-kritische milieuballade 'Muggenblues'
over de teloorgang
van het tropisch regenwoud )
Er waren eens twee muggen bij de evenaar
ze waren heel gelukkig,
het waren vriendjes van elkaar
Ik kan je bloed wel drinken, sprak hij tegen haar
en als muggen zoiets zeggen,
dan is de liefde daar
Ze waren steeds heel vrolijk in hun tropisch bos
Ze zoemden en ze zoemden
en ze staken erop los
Hij zong graag een ballade, zij een aria
en ov'ral waar ze kwamen
kreeg men malaria
© Jos Delisse

Kleine meid
Kleine meid, je speelt in de wind
kijkt omhoog, grijpt naar de regenboog
een wolk drijft voorbij, kijk daar roep je blij
ik zie een gezicht, een gezicht en het lacht naar mij
Je speelt in de wind als een vogel zo vrij
je hebt alle tijd, kleine meid, kleine meid
Je woont het land, in het lage land
waar een kind zoals jij, een kind nog een kind kan zijn
met weinig geweld, waar een leven nog telt
waar je niet sterft in de goot
door oorlog of hongerdood
Je speelt in de wind als een vogel zo vrij
je hebt alle tijd, kleine meid, kleine meid
(Gedeelte van het liedje 'Kleine meid')
© Jos Delisse
Wie 't laatst lacht, lacht alleen
't Ging al meteen fout
op mijn geboortedag
Ik was amper op de wereld
of ik schoot al in mijn lach
Mijn vader en mijn moeder
de dokter bovendien
die schrokken zich te pletter
zoiets hadden ze nooit gezien
Mijn pa die sprak toen: jongen,
neem het leven serieus
maar ik dacht die ouwe zeikerd
die neemt me bij de neus
En ik lachte me te barsten,
maar iedereen verdween
en ik kwam tot de conclusie
wie 't laatst lacht, lacht alleen
(Gedeelte van 'Wie het laatst lacht, lacht alleen)
© Jos Delisse
|
|