Wéris (Ardennen) 18-11-2007
Rare jongens die Vlamingen

Ik stond er nooit bij stil, maar ook in België hebben ze hunebedden. We bezochten er een bij Wéris in de Ardennen (bij Durbuy). In deze omgeving zagen we ook nog het ‘Duivelsbed’ (een stenen altaar?) en een paar flinke menhirs. Die Vlamingen zijn op zijn minst “rare jongens” (om met Obelix te spreken) als ze dit willen opgeven. Bij verdere klimaatverstoringen kan niet alleen een deel Nederland maar ook een flink stuk Vlaanderen (o.a. Antwerpen) onder water komen te staan. En als je dan net gesplitst bent en je wilt met natte voeten naar de Walen rennen, die nog volop hooggelegen natuur en ruimte hebben, dan kan het natuurlijk zijn dat ze zeggen: trekt uw plan, maar niet bij ons.
Schiermonnikoog 30-10-2007

Lauwerssluizen
Als je een tijdje in België, voornamelijk in Brussel, verblijft en je gaat een paar dagen naar Schiermonnikoog, dan is om te beginnen de reis per trein door Groningen toch wel een verademing. De weidsheid van het vlakke, niet door enige bebouwing onderbroken landschap geeft letterlijk en figuurlijk enorm veel ruimte. Het lijkt even of je vrijer ademhaalt. De ruimtelijke ordening is in België van een heel andere orde: veel minder regels en planning, met lintbebouwing en kriskras door elkaar liggende bouwstijlen als gevolg. De wegen bij dorpen en steden zijn soms helemaal volgebouwd met bedrijven, en hun afschuwelijk schreeuwende reclames.
De grens van Groningen en Friesland aan de Waddenzee wordt gevormd door het Lauwersmeer. Hier liggen de Lauwerssluizen gedeeltelijk op Fries en gedeeltelijk op Gronings grond gebied. Licht, lucht en ruimte!
Schiermonnikoog krijgt per jaar een kleine 300.000 toeristen op bezoek. Nu, na de herfstvakantie is het rustig. Je kan een wandeling maken langs het kilometerslange Noordzeestrand zonder andere mensen tegen te komen. Waar waren jullie allemaal? Geeft niet, ik heb niemand gemist…

Ik vind een flessenpost, op het eerste gezicht uit een of ander buitenland, omdat er een Engelstalige tekst aan de buitenkant zit. Dat roept in eerste instantie natuurlijk toch ietwat exotische verwachtingen op. De fles blijkt echter vanaf het eiland zelf in zee te zijn gegooid door kinderen uit de provincie Groningen die hier met hun ouders op vakantie waren. Een kaart uit Brussel gestuurd, zodat er toch nog een buitenlandse reactie op flessenpost is gevolgd. Uit een e-mailtje bleek dat het kaartje was aangekomen. En zo communiceer je dan per fles, brief en internet.

Zonsondergang op Schiermonnikoog.

West-Vlaanderen, juli 2007
De eeuwige hopvelden

Sint Sixtusabdij Westvleteren
In de Vlaamse Westhoek zijn gelukkig ook andere belangwekkende zaken dan oorlogsmonumenten te vinden, zoals poëzie en bier. Om met het bier te beginnen: de Sint Sixtus trapistenabdij van Westvleteren brouwt volgens kenners het beste bier van de wereld. Of dit werkelijk zo is kan ik niet beoordelen, maar dat het heel goed bier is kan ik inmiddels uit eigen ervaring bevestigen. Het lijkt er een beetje op dat de populariteit van het bier omgekeerd evenredig is aan de moeilijke verkrijgbaarheid ervan. De monniken brouwen dit bier werkelijk zelf en omdat deze Cisterciënzers ook nog eens een keer of 8 per dag naar de kerk gaan en zich verder - de Heer zij geprezen - weinig wensen aan te trekken van de wetten van de vrije markt en het maken van meer winst is er continu te weinig bier om aan de vraag te voldoen. Telefonisch bestellen en dan maximaal een bak per auto mogen ophalen, dat is hoe het gaat.
Maar in het aanpalende café ‘In de vrede’ kan je de drie varianten van het vat krijgen. Wat mij betreft is de ’12’ – de zwaarste, ook wel Vlaamse bourgogne genoemd - de lekkerste van de drie.

In dit landschap vol tarwe, aardappelen, bieten en maïs, zijn ook al eeuwenlang veel hopvelden te vinden, herkenbaar aan de lange staken. In Watou bij de Franse grens wordt onder meer het populaire Poperings Hommelbier gebrouwen door Brouwerij Van Eecke, een heerlijk fris en licht bitter bier. Ook Het Kapittel in de variaties Pater, Dubbel, Prior, Abt en Blond en Watou’s Wit komen van deze brouwer.
Poëziezomer van Watou
Watou is ook het toneel van de jaarlijkse Poëziezomer, die dit jaar de titel ‘Een lek in het zwijgen: noise –’ draagt, naar een regel van wijlen Hans Favery.

In en om Watou zijn in huizen, stallen en velden gedichten en kunstwerken te vinden. Films in boerenschuren en gedichten in grazige weiden. Flesjes met water en namen van beroemde mensen erop door Yoko Ono. Werk van Rutger Kopland, Hugo Claus, Arthur Rimbaud, Luc Gruwez en andere dichters. Meer dan boeiend.

‘Een hel van modder en vuur ’
De Westhoek wordt veel bezocht door mensen uit de hele wereld die oorlogsgraven en andere plekken bezoeken die met de Eerste Wereldoorlog te maken hebben. Hier speelden zich de gruwelijkste veldslagen aller tijden af. In de slag bij Passendale bijvoorbeeld sneuvelden in 1917 in 103 dagen 500.000 soldaten in ‘een hel van modder en vuur’.

Heel veel soldaten kwamen uit alle hoeken van het Britse koninkrijk. Vooral veel Engelsen komen dan ook naar Ieper en omstreken. Dit stadje werd volledig verwoest, maar is helemaal opnieuw opgebouwd aan de hand van oude bouwtekeningen. Hier is ook de Menenpoort, een monument voor allen die naar het front vertrokken, maar van wie nooit meer iets is vernomen.

Het beroemdste gedicht uit de Eerste Wereldoorlog is ongetwijfeld In Flanders' Fields van de Canadese militaire arts John McCrae:
In Flanders' Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt down, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
in Flanders' fields
(Fragment)
Vlaanderen boven!

Als je 85 meter hoog boven het West-Vlaamse land de weidsheid van lucht, land, water en lieflijk ogende stadjes overziet, terwijl de leeuw zwart op geel wappert in de wind, dan ben je onder de indruk. Zojuist zijn we met de lift naar de top van de IJzertoren in Diksmuide gegaan. Voor we de afdaling van 22 verdiepingen expositie gaan doen, bekijken we de rivier de IJzer, de stad en de monumenten vanaf dit bewijs van potentie van de Vlaamse Leeuw. De hoogte, de expositie over Oorlog, Vrede en Vlaamse Ontvoogding en de monumenten leveren me meerdere malen koude rillingen op, om zeer uiteenlopende redenen.
Het heeft allemaal te maken met de Eerste Wereldoorlog, waarvan ik me als Nederlander eigenlijk nauwelijks gerealiseerd heb wat die betekende voor de Belgen, in deze context met name de Vlamingen. De Vlamingen streden in feite een slag op twee fronten. Van de ene kant tegen de Duitsers en van de andere kant tegen de onderdrukking door de Franstaligen. Die laatsten hadden de leiding terwijl de meeste gewone soldaten Vlamingen waren.
Koning Albert I had hen naar het front geroepen onder verwijzing naar de Guldensporenslag en met de belofte van meer onafhankelijkheid en meer ruimte voor de eigen taal en cultuur. Maar al tijdens de gruwelijke strijd in de loopgraven bleek dat daar weinig van zou komen zonder stevige aandrang.

Hier liggen hun lijken
Als zaden in ’t zand
Hoop op de oogst
O Vlaanderenland
In 1930 werd de toren ingewijd en in 1946 opgeblazen door…? Dat is nooit vastgesteld. Kandidaten zijn onder meer het Belgisch leger of de ‘franskiljons’, maar niets is zeker of bewezen. In de Tweede Wereldoorlog kwamen ook collaborerende Belgen en Duitsers naar de IJzerbedevaart, dus dat zat lang niet iedereen lekker.
De nieuwe, hogere toren werd gebouwd en van de resten van de oude werd de Poort van Vrede gebouwd.
Overal prijken de op de V kruisende letters AVV en VVK: Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus. De jaarlijkse IJzerbedevaart (laatste zondag van augustus) heeft nobele doelen (Vrede, Vrijheid en Verdraagzaamheid), maar heeft steeds problemen met rechts-extremisten die het niet nationalistisch genoeg vinden. Met name het jaarlijkse concert Ten Vrede werd zwaar bekritiseerd in kringen rond het Vlaams Belang omdat de weide van de IJzertoren volgens hen exclusief terrein is van Vlaams-nationalistisch discours.

En dan de afdaling door de 22 verdiepingen nog. Ik citeer hier de wervende tekst van het museum zelf
(een tekst waar ik moeilijk overheen kan...):
U proeft en beleeft de sfeer van Wereldoorlog 1 én 2.
U voelt de angst van de frontsoldaten en de gewone bevolking.
U ruikt chloor-, mosterdgas en de geur van dood en verrotting.
U ziet en wandelt in echte authentieke loopgrachten;
de bodem als een maanlandschap…
U hoort en zit middenin bombardementen en vernielde steden. |